In de tuin van hemelse vrede klinkt plots kindergegil. Schrik zet het hart stil.
Een alarmsignaal van…iets levend gevild?
Er is niks mis.
Ze spelen gewoon tikkertje achter de hoge heg…
maar wie getikt wordt is er wel echt voorgoed geweest….
tot het volgende spel. Het gekrijs stijgt ijzingwekkend hoog.
Vooral het net niet getikt worden geeft het hoogste blije gegil,
want ze overleven het maar net.
Kinderen oefenen moedig hun doodsangst en doodsdrift.
Ze spelen dat hun leven er van af hangt, door merg en been.
Het beschavingsproces is deze doodsgil te beheersen, te leren inhouden.
Beheersing van het innerlijk vuur. Om later in dat vuur angsten tot verbeeldingen te kunnen omsmeden.