Je neemt wel eens iets mee van je vakantieplek, een mooie steen of een schelp.
Mijn tante plukte altijd alle plastic bloemetjes weg van de plaatselijke toiletverfrisser, first things first. Haar huis hing er vol mee. Niets wenselijks is een mens vreemd. Je neemt iets mee als aandenken aan de heerlijke omgeving die je met je mee wilt dragen.
De souvenierjager-verzamelaar. Mijn tante jaagde graag op glimmende dingen, ze hing er vol mee. Haar bedelkettinkje groeide gestaag met nieuwe bedeltjes. Hoorde je gerinkel dan kwam tante eraan.
Een steen of schelp meenemen heeft nog iets onschuldigs, ogenschijnlijk.
Hoewel, wat als iedereen dat nu doet? En vrijwel elke toerist doet zoiets. Er ligt een enorme bulk aan exotische stenen en schelpen op vensterbanken, vitrines, tuinen…als aandenken aan alle plaatsen waar men ooit heeft rondgestruind. Liggen deze gebieden er nu kaalgeplukt bij? Er zijn nu stranden waar je niets meer mag meenemen, strafbaar. Daar zijn souveniers voor, meestal gemaakt van stenen of schelpen. In kringloopwinkels liggen talloze verweesde souvenirs te wachten op repatriëring naar het land van herkomst. Wie adopteert het souvenier? Is het niet de hoogste tijd voor een internationaal Souveniermuseum? Aandenken is van alle tijden.
Mijn tante had op het laatst een gouden plafond in haar flat van echte kunststof panelen. Haar nieuwe vriend had zelfs een gouden tand. Zijn lach was de kroon op haar verzameling. Gouden tijden.