Kwispelturig

Met weinig mensen voerde je zulke goede gesprekken als met je voormalige hond. Hij likte z’n bek bij wijze van instemming, gaapte kwispelturig als jij je punt niet duidelijk maakte. Oorfronsend dwong hij ongedurig af om vooral bondig te formuleren liefst in kortlettergrepig hondenjargon. Luisterde steevast & trouwogig zo braaf…en deed gelukkig nooit wat je zei. Bleef onverstoorbaar zichzelf, ‘t zou hem worst wezen wat je van hem vond. Wat meer kon men wensen van ‘n gespreksgenoot dan zulke frisse tegenwind? Wie was er geholpen met naar de mondgepraat, dat meehuilen met alle wolven in het bos? Soms was je nogal bot dan gromde het binnenshonds, besnuffelde zijn feilloze snuit jouw argumenten en of daar nog wat van af te kluiven viel…veegde desnoods met zijn staart je hele hermetische betoog van tafel, gaf zich vervolgens onomwonden bloot om zijn buik te laten kroelen, blafte je daarna streng maar rechtvaardig aan:
Genoeg geluld nu…waf!
Wandelen…samen erop af!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *