‘n grijsfluwelige vacht
van maanden lag te rusten
onder ons bed, als dons
licht wakend onder ons
‘n grijsfluwelige vacht
van maanden lag te rusten
onder ons bed, als dons
licht wakend onder ons
je hoeft ‘t niet te geloven,
op boekenplanken, kozijnen,
plinten en vensterbanken…
alle zegen daalt van boven
wie zijn toch al deze tot stof
wedergekeerden en waar
bleef hun zo geestige wezen?
in ‘t licht van schijnbare dood
bestaat stof slechts bij gratie
van ‘t ene waarnemende licht
de grap van tot stof wederkeren
brengt dit ene licht aan ‘t licht,
geestig dat dit zich kan realiseren
Nieuwe, zuivere interpretatie van dat overbekende zinnetje!…