Je ziet ze wel eens tegen de onderkant van een brug of viaduct kleven
blinde vlekken van vals licht weerspiegeld op het water, kabbelend licht.
Als tegenwicht op dit verschijnsel reizen wolkvlekken als schaduwen over
de weilandschappen, zo blijft het lichtschrift leesbaar. Schijn verdampt.
Onze bron beschrijft met inktlicht de dingenwereld met fotonen die in onze obscure
bovenkamer worden ontwikkeld. Hebben wij ooit wel eens de dingen echt gezien?
Welnee, enkel weerschijn van een huid zien we en daarachter vermoeden wij iets dingachtigs. De rest is speculatief, dat weten we niet…Wat kan ons inlichten?
Licht zien of licht zijn? Stel dat dat de vraag is? Vragen kunnen ook nieuw licht werpen op de dingenwereld. Vooral als de vraag gezien wordt als een niet weten. Dan werpt het een helder licht. Neem geen genoegen met een antwoord op dit heldere licht. Elke vraag betekent feitelijk…ik weet het niet! Deze zaklamp heb altijd bij de hand.
Of beter gezegd, deze lichtbron ben je zelf. Innerlijke zon.
Deze is ook weer zo mooi! Wat zijn er toch veel woorden en zinnen mogelijk om de Waarheid mee aan te duiden.
De diamant blijft een passende metafoor: ieder facet ervan laat een andere kleur licht door, terwijl elke kleur in wezen niets anders is dan Dit Ene Licht.