De sportwereld is een reclamecircus. Sporters zijn de vleesgeworden reclamezuilen.
Als de kunstwereld hetzelfde zou doen werd kunst niet meer serieus genomen en terecht. Kunst kan niets promoten of zich verbinden met een doelgericht product. Kunst die de markt aanklaagt en bekritiseert is ironisch genoeg zelf onmiddellijk deel van het probleem. De markt neemt meteen bezit van deze kunst en gebruikt haar als reclameuithangbord. De markt regeert volgens de cynische logica van: het maakt niet uit hoe ze over je praten, als er maar ophef is en het logo in beeld komt. Is het vreemd dat kunst altijd haar bestaansrecht moet verdedigen en de sport nooit? De enige manier waarop kunst zich vrij kan manifesteren is als het geen kunst meer wordt genoemd en als het niet meer als zodanig te koop is. Als mensen zelf zeggen: ja, maar zo kan ik het ook, dat is geen kunst. Prima, doe het maar, wees het levende bewijs. Wat onbetaalbaar is is gratis en dus niet te koop.