Het weerbericht
veronachtzaamt
achteloos de
onvolprezen luwten
een weerman spendeert
geen ademtocht
aan serene windstilten
maakt geen woord vuil aan
smeltzame lichaamswarmten
het geluk van schaduwkoelte
zwijgt hij meedogenloos dood
nimmer bezingt men
de aandoenlijk verlegen
lichtschuwte van de maan
het mag toch allemaal
geen naam hebben
het blijft subliem
in de luwte