Die lieve hond van de buurtvrouw kwam op bezoek. Ze had onze dierbaarste nog gekend in zijn schrale nadagen. Ze gaf me geen poot. Dat vond ze kennelijk ongepast. Ik kreeg meteen haar hele kop in handen gelegd. Ik pakte haar gebaar dankbaar aan bij beide oren. Dat vertrouwde gevoel van flapzachte vachtwarmte.
Ze vertrouwde mij toe…’Het gaat heel erg goed met onze voormalige…’ ,met haar sprekende omberbruine ogen. Stilzwijgend staarde ze in de verste verten van de eeuwige jachtvelden alsof ze hem daar vredig zag rondsnuffelen…
Haar bejaarde wenkbrauwen gingen plots omhoog:
‘…Als je me nu nog een koekje geeft dan vertel ik je meer…’
Geef een koekje….. ik wil meer horen over jullie dierbaarste…..
Ha ha ha! Heerlijk.