Meubilaire chirurgie

Ze wilde haar bovenkamer netjes houden en harmonisch.
De godsganse dag en nacht vielen er echter ongewenste objecten vanaf de overvolle zolder naar beneden.
Er zat kennelijk geen luik in die mentale zolder.
Vanuit de kelder steeg een ondefinieerbare geur omhoog waardoor ze zomaar in een schoonmaakwoede kon ontsteken.

Gestuurde woede.
Als een commando kon ze plots fanatiek en doelgericht te werk gaan.
In mijn kindertijd woonde ze bij mij in huis.
Ik observeerde haar als een vreemd wezen met zeer onvoorspelbaar gedrag.
Wonderlijk ongrijpbaar, niet te temmen en niet te determineren.
Chronische onvrede dreef haar ertoe om iedere twee maanden onze hele woonkamer overhoop te halen.
Het meubilair ongenoegen was te snijden.
Er zat niets anders op dan opereren.
Alles moest anders en schoon.
Het hele interieur stond van het ene op het andere moment ter discussie.
Vooral het bankstel stond vaak in de beklaagdenbank, voor een ter doodveroordeling.

Voor mijn twaalfde heb ik zeker vijf keer met een tweedehands bankstel van buren uit onze straat gezeuld om ons zieke interieur te genezen van onleefbaarheid.
De brandgaten en vlekken op het pluche werden door gehaakte kleedjes gemaskeerd.
Er lagen zeker twee kleedjes op de fauteuils en op de bank wel drie.
Antimakassars, zo heette dat in het jargon.
Ik ben niet veel verhuisd, maar wel vaak, dan wel inpandig, maar toch.
Zo heb ik al jong veel van de binnenwereld gezien.

Ieder ding kon dus plots uit de gratie raken, kleden, gordijnen, kastjes, lampen, schilderijen, vazen, tafels.
Het was één grote dans van dingen, die een nieuwe ‘vaste’ plek in de beperkte woonruimte probeerden te vinden.
De operatie duurde gemiddeld een week, dan stond alles weer op een nieuwe ‘juiste’ plek.
Ze leidde de operatie als een generaal, wij waren het grondpersoneel die de missie handen en voeten moest geven.
We lieten het wel uit ons hoofd om tegengas te bieden, dat was olie op het vuur.
Twee maanden later, wisten we, zou een nieuwe voorlopig defintieve herschikking plaatsvinden.

Veel later begon het besef bij mij door te dringen dat dit vreemde wezen,in permanente staat van vertwijfeling, mijn moeder was.
Nu nog kan het mij verbazen als het in een woonkamer bij vrienden jaar na jaar hetzelfde blijft.

Hetzelfde geeft mij een gevoel van vervreemding.
Ik voel mij thuis in de onzekerheid van op handen zijnde verandering.
Je kunt niet twee keer dezelfde woonkamer betreden merkte Herakleitos al eerder op, al had hij het dan over een rivier.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *