Multiple choice

Het meerkeuzevraagstuk…

A)
geeft één beperkte visie weer op de werkelijkheid
die andere visies uitsluit.

B)
is een manier om iedere toetskandidaat
in dezelfde tunnelvisie te laten geloven.

C)
is zo slecht en meerduidig geformuleerd dat de lezer
wel moet gaan twijfelen aan de antwoorden
die per stuk te kort schieten in meerduidigheid.

D)
komt voort uit de aanname dat er één wereld is
van vaststaande feiten, i.p.v. werelden van voorlopige afspraken
bij gebrek aan betere, een wereld van verschil.

E)
gaat uit van de naïeve aanname dat iedere toetskandidaat
goedkeuring van het toetssysteem wil
en na diplomering trots is om erbij te horen.

F)
suggereert dat het reproduceren van aangeleerde
standaardantwoorden hetzelfde is als intelligentie.

G)
vertegenwoordigt niet meer keuze, maar minder keuze:
je hebt geen andere keuze dan het ‘goede’ antwoord.

H)
wie alle antwoorden aankruist, of geen van alle,
kan door naar het volgende spelniveau.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *