Met de beste uitrusting, de beste hengel,
de sterkste lijn, de scherpste haak,
het lekkerste aas zitten vissen
aan de oever van de zandwoestijn.
Je oude opa had een lek bootje,
maar geen hengel en geen haak,
daarom voerde hij zijn oude karpers
stukjes brood uit de losse hand.
Naar welke vangst vist een lezer?
Niets om aan de haak te slaan.
Wie is hier een vis of een visser?
Hoe dan ook, lezen, niet happen
of wel, is ook goed, men wordt toch weer
teruggeworpen in de zee van mogelijk
heden, en wat een ontvangst, alles nat.
Niet meer weten wat nat is en wat niet.
Vrij zwemmend door deze regels heen.