Men is na zo veel gewoon
wel toe aan een verhuizing.
wel toe aan een verhuizing.
De ziel heeft het wel gezien,
uitgekeken op ‘t behangsel.
uitgekeken op ‘t behangsel.
Herinner Oscar Wilde ijlend
in zijn Parijse hotelsterfbed:
in zijn Parijse hotelsterfbed:
“Dat lelijke behang eruit of ik!”
Zo’n verhuizing heeft niet veel
om ‘t lijf, in wezen eigenlijk niets:
om ‘t lijf, in wezen eigenlijk niets:
geen inboedel…geen meubilair,
geen enkele geestelijke bagage.
geen enkele geestelijke bagage.
De bovenkamer was toch al leeg.
Alles mag blijven waar ‘t nu al is
in ‘n ongelokaliseerd zieleleven.
in ‘n ongelokaliseerd zieleleven.