Vertrek


Vilhelm Hammershoi
 
De kamer had al lange tijd geen bezoek meer mogen ontvangen.
Tot gisteravond waren haar ramen nog geblindeerd geweest.
Wat was de kamer blij geweest toen plotseling haar deur open ging.
Frisse lucht vulde de bedomptheid met koelte.
Er gebeurde tegelijk wel iets vreemds…
één voor één verlieten de meubels en dingen de woonruimte in het half duister.
Tijden hadden ze onder een deken van duisternis gewacht op….?
Zonder geruis of gestommel gleden ze als in een optocht door de deur naar buiten.
De kamer was te opgelucht en verbaasd om te protesteren of zich te verzetten tegen het vertrek. Ze was immers zelf het vertrek. Dat woord ‘vertrek’ verwonderde haar altijd al, maar nu scheen ze iets te gaan begrijpen.
In de schemering van de avond vertrokken zelfs de gordijnen.
De kamer dacht nog: ’Daar gaan mijn oogleden!’

Voor het eerst sinds jaren genoot de kamer van een droomloze slaap, alsof alle herinneringen werden gewist. Geleegd en gelucht ontwaakte de kamer de volgende ochtend door een onverwacht bezoek. De gast was in haar hoedanigheid door het glas van de deur de kamer binnengevallen, ze was zo vrij geweest om erbij te gaan liggen op de huid van de kamer.
De kamer voelde haar ziel verruimen, opgehelderd door deze onverwachte gast.
Was het geen overdreven pretentie dat een kamer een ziel zou
hebben?…zou zijn?
Maar wat is ziel anders dan leefruimte, doorleefde leefruimte… de ruimte van het vertrek die eeuwig aanwezig blijft…
De kamer vatte het licht op, het licht voelde zich meer dan welkom, zelfs geliefd.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *