Had je ergens om gevraagd dan?
Het leek wel een dagtaak om alle gegeven paarden in de bek te kijken.
Je had toch geen tandartspraktijk? De gulle gevers waren zonder uitzondering beledigd als je hun volbloed geschenk niet in blinde dankbaarheid aanvaardde.
In hun ogen was je een ondankbare hond, het geschenk was toch voor je eigen bestwil.
Soms wilde ze ze niet eens meer terugnemen, dan schonk je ze maar de vrijheid in het vrije veld van vergetelheid. Of je dan niet een gratis kat in de zak wilde. Of een ongevraagd adviesje? Hoe minder je aannam van die weldoeners hoe lichter je je voelde. Toen ze het hadden opgegeven om je nog iets in de maag te splitsen kon je jezelf spekkoper noemen. Wat een vredige rust om die wilde kuddes in de verten te zien grazen.