Stel:
de eerste en enige leugen zou het concept van bezit zijn
deze leugen doorzien zou dan de eerste en enige waarheid zijn
niet een waarheid die iets poneert, maar slechts één die onthult
logisch gevolg is de ontmaskering van het eigenaarschap
achter het masker zou een leeg vergezicht schuilgaan
het hele mentale bouwwerk ‘van mij’ zou een ruïne blijken
de juridische orde zou dan zo waardevol zijn als oud papier
we kunnen allemaal weten dat bezit een aangename leugen is
en we weten ook, ergens wel, hoe het met indianen is afgelopen,
met aboriginals, met alle vrije volken met een natuurcultuur
dat ze meedogenloos zijn vermalen in de juridische papiermolen
de witte boord is het onschuldige kenmerk van de machtige leugen
het handlangerschap van de onmacht om de leugen te erkennen
het is een openbaar geheim, goed verborgen in het evidente