Ergens tussen A en B ligt een prachtig gepasseerd stationnetje.
Het echte jachtige leven is in A en B, daartussen ligt niks.
Ja, een gehucht van drie daken, een gat waar het leven aan voorbij gaat.
De trein stopt er nooit meer. Geen passagiers die bij een gat stil willen staan.
Liever razen ze er zo snel mogelijk aan voorbij.
Snelheid geeft een gevoel van vooruitgang, weliswaar misplaatst
maar toch een fijn gevoel. Soms zien ze er vanuit hun ooghoek nog iemand
staan zwaaien op het overwoekerde perron….of verbeelden ze zich dat maar?
In de voortrazende wagon denkt men dan steevast aan een wanhopige die de
trein heeft gemist. Nooit komen ze op het idee dat ze worden uitgezwaaid.
Iemand die de trein vaarwel wenst.
In de wereld van de vooruitgang wemelt het van mooie gepasseerde stationnetjes.
Ze zijn alleen nog te voet bereikbaar.