De eerste pianoles begon de judoka het principe van het pianospel samen te vatten.
‘Het zijn dus eigenlijk allemaal verschillende houtgrepen, als ik het goed begrijp?’
‘Nou, dan heb ik het nog niet goed uitgelegd’ begin ik..’ probeer te begrijpen dat het allemaal om beweging draait en dat het loslaten belangrijker is dan het vastgrijpen?.’
‘Oh, op die manier…dat je de toets uit balans brengt met een kleine beweging waardoor die vanzelf door zijn eigen gewicht naar beneden valt!’
‘Eh, Ja… zo ongeveer, de toets is letterlijk een balans, de zwaartekracht doet het werk, het enige doel is de bodem van de toets!’
‘Het gaat dus om het subtiel aftasten van de onbalans…’
‘Juist…vingerspitzengefühl…je vinger en de toets zijn een en het zelfde, verlengstukken van elkaar, zoals in de haptonomie!’
‘Wat leuk, dat is in judo hetzelfde…het lichaam van de tegenstander maak je tot jouw lichaam, wie zich het beste uitbreidt in het andere lichaam wint het spel van balans!’
‘Er is alleen één klein verschil met judo, daar moet ik eerlijk over zijn’, zeg ik zo neutraal mogelijk.
‘Wat mag dat dan wel zijn?’ vraagt de man met de zwarte band.
‘Op het speelveld van het klavier heb je achtentachtig tegenstanders die je uit balans moet brengen!’
‘En, wat als je faalt, verlies je dan?’
‘Nee, dan verliest de muziek, de pianist mag nooit winnen, de muziek moet winnen!’
Wat een mooi verhaal, piano judoka! dank je wel! xx