bij een naam die ze nooit
hadden en nog wel
in stokdode taal.
Nu heten ze
stuk voor stuk…
maar ze luisteren
er helaas & gelukkig
nimmer naar.
Hoe hard je ze ook roept
of streng de les leest:
Capsella Bursa Pastoris,
Mandragora Officinarum,
Briza Media…
(Herderstasje, Alruin,
Bevertjesgras!)
Kom onmiddellijk hier
tevoorschijn
uit het struikgewas!
Ze komen niet, nooit zelfs,
zo recalcitrant doen ze.
Onderling bezigen ze
slechts één naam
voor die machteloze
die grip wil krijgen op deze
overwoekerende veelheid.
Als ‘Namennoemer’
zwijgen ze hem dood.
Ergens hebben ze echt
wel begrip voor hem,
ze weten alleen niet waar.
Het plantenrijk groeit
analfabetisch & lukraak
door elkaar.
Toch ging Linnaeus onverdroten
door met determineren.
Geen plant dacht ooit:
Ga toch heen gek, je vertrapt
onze soortgenoten.
Planten leven,
hij stierf aan het eind
van zijn latijn.
Die slotzin is de kers op de taart!
Of moet ik zeggen: de cerasum op de crustum?