Het waren duistere tijden daar in het oude avondland. Uit het land van de ongewenste mogelijkheden werd daarom een positieve denker ingevlogen. Een denker van formaat, zo positief dat hij zich alleen met het licht wilde inlaten. Hij weigerde halstarrig om de diep donkere nacht onder ogen te zien. Daarom sloot hij demonstratief zijn oogleden zodra de zon onderging en raadde iedereen aan hetzelfde te doen. Positiviteit is niets minder dan een plicht, zo onderwees hij. Wie hem de ogen wilde openen voor de magische betovering van de nacht kreeg te horen dat je je niet moest laten bevuilen door de duisternis die de geest vergiftigt met negativiteit. Hij kneep zijn ogen nog harder dicht, zo hard dat hij sterretjes zag.