De vrijwilliger treedt in de voetsporen van de kunstenaar, hij bevestigt elke genomen stap. De kunstenaar heeft geen vrije wil. Hij heeft geen keus, elke stap is een heilig moeten. De geometrische figuur dicteert zijn handelen. Het is zijn roeping om iets te maken waar niemand om vraagt, waar niemand op zit te wachten. Zo speelt de hond de rol van kunstenaar voor de ‘baas’. De hond maakt levenskunst, zijn ‘baas’ treedt dienstbaar in zijn voetsporen. De hond verstaat de kunst om de baas tot een onzichtbaar kunstwerk te verleiden. Hun hele levensloop samen is een samenloop door alle omstandigheden heen, een levenswerk dat zich niet laat na vertellen. Een epische tocht door de wereld. De hond staat symbool voor de ziel van de baas en andersom.
De ziel heeft vier poten en een staart als indicator voor de mate van euforie.
Levenskunst is de roeping volgen om het leven te vieren, onaangelijnd.