Je sterft altijd op een moment
dat de wereld vergaat,
als een voorbeschikt toeval.
dat de wereld vergaat,
als een voorbeschikt toeval.
Net dat je de wereld nog wat
wilde verbeteren of bijschaven
kwam die goddelijk grote gum
aan polijsten kwam niemand toe.
De perfectie van ‘t onvoltooide
vindt nimmer enige erkenning.
Wat was de huidig levende have
anders dan ‘n immense rupsenkop
die al van waarde netjes kaalvrat?
Om zich in de dood te verpoppen
tot wiedeweergaloze vlindergeest
zo groot en teer als ruimte zelf.
Het leven in een notendop…
Of beter: in een vlinderpop.