Schillen

img_20161105_214806
Daar stonden we dan pal voor de ingang van de ‘Bananenbunker’ hartje Berlijn. Hunkerend naar de private collectie in deze kunsttempel van verzamelaar Boros.
Het voormalig ‘Koude Oorlog-regime’ bewaarde hier zijn bananen, een perfecte koelcel. De burgerkameraden buiten de bunker zagen destijds natuurlijk nooit een Cubaanse banaan. Oost-Duitse humor, zwart als verdroogde bananaschillen.
Zo zagen wij nu af van de legendarische collectie binnen deze schuilbunker omdat wij een maand vooraf geen entreevisum hadden aangevraagd. We hadden het kunnen weten, dat het in deze neo-post-moderne wereld louter om toegangsbewijs gaat, accessability.

De enorme kei die ons de toegang versperde bleek dus het enige kunstwerk dat een onvergetelijke indruk op ons zou maken. Een geweldig conceptueel werk: buitengesloten door een zwerfkei uit de ijstijd, de kei voelde nog steeds ijskoud aan.
Die nacht droomde ik in ons Hotel ‘Unter den Linden’ dat de bunkerdeur alsnog voor ons open ging en dat we naar binnen moesten klauteren over de kei. Binnen vond ik niemand om mijn aanwezigheid aan te bewijzen.
Het geurde daar ergens naar…nieuwsgierig snuivend zwierf ik door een eindeloos gangenstelsel.

De bovenkamer als bunker, een labyrint van gedachtengangen.
Wat meestal niet wordt vermeld is dat wij nooit bij de Borosbunker zijn geweest.
Dit geschrevene is een letterkundige wereld, ze is prachtig als je haar letterlijk neemt.
Tegelijk weet je dat je niets letterlijk moet nemen, zo wil het vrije zijn dat…
Het had gekund als wij hadden bestaan, helaas….of moet ik zeggen gelukkig bestaan wij niet…of zal ik zeggen; nog niet. We zouden hooguit ooit kunnen gaan bestaan. Nu zijn wij slechts romanpersonages uit een wereldomvattende roman die nooit geschreven is, die onschrijfbaar is.
De enige echte roman wordt onmiddellijk geleefd en direct beleefd, de geschreven versie is een surrogaat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *