Sereen

Ik droomde laatst een verlaten spookstad bij elkaar met leegstaande huizen, alles was nog intact. Er reden zelfs lege auto’s rond. Er brandde licht in de huizen dat ook soms uitschakelde. Geen mens te bespeuren, geen dier ook. Bomen waren er nooit geweest. Een perfecte maquette voor een treintje om rondjes in te rijden.

Dit droombeeld kwam plots terug toen we laatst een prachtig Boeddhabeeld in de etalage van een antiquair zagen staan. Het leek te stralen van sereniteit, dat leek zo…bleek later.
Bij navraag vertelde de bescheiden eigenaar dat het beeld niet te koop was, al had hij er zelf een vermogen voor neergeteld mompelde hij terloops.
We stonden het ‘massief’ gouden beeld binnen zijn in etalage te bewonderen toen hij zei:
‘Til het maar eens op!’

Ik dorst het eerst niet aan te raken maar hij moedigde mij aan met een knikje en een glimlach.
Het beeld woog niks in verhouding tot de omvang. Ik was verbijsterd.
‘Hoe komt het zo licht…het lijkt zo massief?’, verzuchtte ik.

‘Keer hem maar eens om en bekijk de heilige binnenkant !’, beval de eigenaar.

‘Kijk’, zei hij, ‘deze Nirvanees is helemaal hol…en dat is de reden waarom ik hem aan niemand kan doorverkopen, geen gewicht in goud !’

‘Hij is dus van flinterdun goud gegoten!’, merkte ik op.

‘Deze holte is de essentie van Boeddha is mij verteld, de mooie buitenkant is slechts een waardeloos omhulsel’, sprak de antiquair ontnuchterend.

‘Deze holte bevat levende Boeddhanatuur, hier verblijft niemand…’, ging hij verder,
‘hoe zou ik deze holte kunnen verkopen…?

‘Aan niemand?’, suggereerde ik.

…en waar houdt deze holte op?’, vroeg hij terwijl hij de ruimte rondom zich aanduidde, ‘nergens…de sereniteit die u meende waar te nemen was gewoon uw eigen sereniteit!’

‘Dus het omhulsel blijft hier in deze etalage?’, vroeg ik.

‘Natuurlijk, als ‘reminder’ en het vormt een mooie aanleiding om dit geheim te onthullen aan wie het maar horen wil…?’

‘Vergeef mij dat ik het durf te vragen maar hoe bent aan het beeld gekomen?’, vroeg mijn vrouw vrijmoedig als zij is.

De man keek ons schattend aan en besloot over de brug te komen: ‘Deze Nirvanees zat ooit volgepropt met eersteklas cocaïne…zonder dat ik het wist…
men roddelt wel eens dat gods wegen ondoorgrondelijk zijn, maar de wegen van deze Geen-God zijn miraculeus, onder ons gezegd en gezwegen’.

‘Geloof jij hem, dat hij er niets van wist?’, vroeg mijn vrouw terwijl we de straat uitliepen.

‘Ik weet het niet, maar wat maakt het uit, als de Boeddha al leeg is wie zijn wij dan om meer te willen zijn?’

Vraag me niet waarom die droom op klaarlichte dag terugkwam na het zien van het holle beeld, maar ik kan sindsdien geen mensen meer zien zonder het besef dat al die lichamen zomaar onbemand rondlopen.

1 thoughts on “Sereen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *