Singel

In de Singelwijk laat onze hond zich graag uit, wij volgen gedwee.
Hij weet immers hoe de hazen lopen.
Onderweg tijdens ons vertrouwelijke gesprek merken ongewild dat wij worden opgemerkt door een deurroker ijzig die in zijn duistere deuropening staat.
Hij bevestigt onze voorbijgaande aard door niets te zeggen, wij doen ook alsof we niets gemerkt hebben.
Het is opmerkelijk hoeveel zaken er worden opgemerkt door ze te negeren, een vreemd soort bevestigingmiddel.

‘We hadden het kunnen weten’, zeg ik wijzend naar de opstijgende walm rond het vale lantaarnlicht.
‘Inderdaad…de hemelvaart van de sigaret!’.
Mijn man wordt laat op de avond een beetje sentimenteel poëtisch met een scheutje ironie. Door deze observatie spotten we aan de overzijde van de singel eenzelfde vrouwtjesexemplaar verdekt opgesteld in de deurlijst.
Rooksignalen in het digitale tijdperk.
Een dag later zien we ze samen in het donker aan de kop van de singel.
Ze houden zich met één hand vast aan de reling met de andere hand roken ze.
Onze hond stoort ze in hun smeulende intimiteit.
Hij meent weer eens wat te ruiken.
‘Kom Beer, deze kant op!’

‘Een romance’ , fluistert mijn man.
‘Zie je, roken is toch nog ergens goed voor’
‘Zonder rooksignalen hadden ze elkaar nooit gevonden’
Indianenverhalen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *