Wat ooit het beste idee leek ontpopte zich gaandeweg tot een onwelkome gedachte.
De spiegelindustrie zou het land uit de depressie helpen. Wat velen een oplossing leek bleek een vilein rampenscenario. Het onwelkome zou vanzelf wel vertrekken, dacht men. Welk hoofd zou daar nog onderdak aan bieden?
Onwelkome gedachten zijn doorgaans maar even te gast, maar deze gast vertrok niet vrijwillig. In de medaillewinkel kocht hij de eerste prijs, een gouden beker, waar hij zijn naam ‘absolute winnaar’ in graveren. De onwelkome poseerde trots met zijn trofee voor de spiegel, die hij vastberaden in bezit nam en applaudisseerde voor zichzelf. Zijn leger ingehuurde figuranten was bereid uitzinnig toe te juichen, zolang ze werden doorbetaald. De onwelkome gast was verzekerd van genoeg geld om zichzelf nog jaren van applaus te voorzien. Wat zou de spiegel doen verbrijzelen? De spiegelindustrie draaide overuren.