het spijkerwezen bestond nog nooit
(bestaanscoëfficient nul komma nul)
als losse onderdelen kwamen ze
op bezoek, ik heette ze welkom
en gaf ze wat ruimte,
daarin ben ik nogal gul
de spijkers wilden wel eens wat anders
dan doorboren of krom geslagen worden
pootjes zijn dat leek hun wel wat
en dan snel de benen nemen,
(de honderd meter horden)
of tentakels om te tasten in ’t duister
of antennes om golven af te luisteren
een aangespoeld blokje
van echt brandhout
wilde hen wel verenigen
in ruil voor bescherming
een verweesde steen
stond voor het blok
zag er een mooi gat in
om zijn nek uit te steken
het spijkerwezen heeft geen ogen
daarom leent ze even die van jou
om zichzelf te kunnen zien leven
ook leent ze jouw gedachten
om ook eens wat te denken,
je longen om op adem te komen
van het spontaan gaan ontstaan
leen haar nu nog je hart & ziel
om het geheel te doen kloppen
Zo zie je maar. Het leven kan bestaan uit een stukje brandhout, een paar oude spijkers en een steentje. Zo simpel kan het in wezen zijn…