Zo spuugmooi ruisen de juichwilgen
hersenspoelend schone bladerdans
hersenspoelend schone bladerdans
‘n geestestong proeft essence
puntjeszuigend aan al ‘t bewonderde
verorberend allesverterend wezen
vol vermogen om niets voor te stellen
pril zijn van ver voor verbeelding, ver
vooraf aan deze verworven verwoordingen
niets dan wilgengejuich waarvan elke adem
gebruikleend is van seizoenloze wind