Stamboek

Het Friese Wolvarken is een vrijwel uitgestorven stamboekvee-ras en staat in de Unescolijst voor werelderfgoederen. Wie geluk heeft vindt een enkeling eenzaam in een weiland. De rest is opgezet in musea te bewonderen. Een prachtdier, je weet niet wat je ziet…een gespierde rompvormige homp op pootjes. Zijn naam dankt deze soort aan het feit dat het zich schorgeblaat heeft, op zoek naar soortgenoten, waardoor het tot geknor is verworden. Veel geknor maar weinig wol is zeker op dit ras zeker van toepassing, het haar groeit tergend traag. Er zijn meerdere Friese namen voor het oerdier, men noemt het Kaalskaap…ook wel Modderskaap omdat het rollend door de zompige prut moddergoor wordt. Sommigen noemen hem zelfs de Friese Weidedolfijn omdat hij regelmatig in de sloten te vinden is. Het verdrinken gaat hem daarentegen weer niet zo goed af vanwege het feit dat hij zo weinig wol te geven heeft. Dat hij nog leeft mag toegeschreven worden aan zijn onbruikbaarheid. Het vlees smaakt gronderig en naar tranige oude vis, wellicht omdat hij zoetwatermosselen eet als hij toch weer eens in de sloot ligt? Een Friese bioloog omschreef hem daarom zelfs als amfibie.
De weinige wol is uiterst zeldzaam, dus zeer kostbaar en vindt gretig aftrek bij taxidermisten die het als vulling gebruiken voor opgezette Unescokandidaten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *