Sommige kunstenaars zijn letterlijk stapelgek. Dat wil zeggen: ze zijn gek op stapelen. Het aantal kunstenaars dat stapelt stapelt zich de laatste jaren op. Er komen er steeds meer aan de top door energiek door te stapelen. Aan inspiratie nooit gebrek. Als ze het even niet meer weten dan bestellen ze gewoon minimaal duizend stuks – van om het even wat – en ze beginnen te stapelen. De hele handel inpakken kan natuurlijk ook nog, maar dat is weer een andere stroming. Het publiek laat zich niet zo makkelijk inpakken, het gaat tegenwoordig liever uit haar dak met stapelkunst. Vaak draalt het publiek verweesd rond de enorme stapel van het een of ander met een blik van: ‘het moet toch niet gekker worden’.
Initiator van de stapelgekte is waarschijnlijk kunstpaus Andy Warhol geweest. Die begon nietszeggende beelden op te stapelen met het conceptuele concept: als 1 beeld niets zegt, dan zeggen 100 dezelfde beelden heel vaak niets, waarmee de aandacht wordt vastgehouden. De macht van het getal lijkt hier veelzeggend omdat het de aandacht trekt en vast houdt. Dat de aandacht wellicht verstandsverbijstering is rekent de kunstpaus ook goed.
Het hele verschijnsel lijkt op iemand die aan het woord blijft om aan het woord te blijven ook al heeft de spreker niets te melden.
Ik heb het soupblik van Campbell eerlijk gezegd nooit een kunstblik waardig geacht. Het hier te noemen is eigenlijk al te veel eer. Na een stapelervaring kun je het beste even een lange kunstpauze inlassen.
Ha ha, wat een goeie kunstbeschouwing.
Luchtig, met humor, en tegelijk head-on.