Taalzang

Vogels zijn muzische wezens, fonetische poëten.
Nachtegalen drukken zich uit in tweehonderdvijftig verschillende klanken.
Dat zijn er veel meer dan in welke menselijke taal ook.
Vergelijk het met lettergrepen. Met die lettergrepen zingen ze honderdtachtig verschillende strofes, in talloze variaties, woorden die zinnen vormen.
Tot nu toe neemt men aan dat vogelzang louter en alleen een verleidingsfunctie heeft in de evolutie. De mannetjes die het mooiste, meest origineel, meest gevarieerd fluiten mogen zich bij het vrouwtje voortplanten. Het vrouwtje is haar eigen ballotage-commissie. Zingen staat dus niet alleen voor muzikale kwaliteit maar kennelijk ook als een vlag voor alle beste eigenschappen die een vogel zich kan wensen. Bij mensen is dat zeker niet het geval. Een menselijk dier dat prachtig schildert of muziek maakt kan een hork zijn en een monster als echtgenoot.
Maar het zou ook heel goed kunnen, gezien de enorme rijkdom aan uitdrukkingsmogelijkheden bij de Nachtegaal dat vogels elkaar letterlijk met hun zangtaal allerlei verhalen op de mouw spelden, zoals mensen dat doen. Bijvoorbeeld een vogelheldenepos waar zijzelf en hun voorouders de hoofdrol in spelen… of een lyrisch gedicht over het vrouwelijk vogelschoon…of geroddel over de andere dieren in het bomenbos. Het is een leuke hypothese. Opwindend om over te speculeren, omdat we zeker nooit zullen weten hoe het werkelijk zit. De Koekoek vertelt natuurlijk een heel ander verhaal dan de nachtegaal. De grootste oplichter en hork uit het vogelrijk zegt: neem mij, ik ben de beste oplichter, lui, onbetrouwbaar en vilein, dat hoor je aan mijn meest lullige liedje ooit.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *