Er zitten vetvlekken en kringen in het gedicht
als op een morsig tafelkleed na een onstuimige maaltijd.
als op een morsig tafelkleed na een onstuimige maaltijd.
Dit gedicht zal nooit worden gewassen…
er staat hier zwart op wit dat het voorbestemd is
tot ongewassen voortbestaan.
Dit is nu eenmaal regel in dit gedicht.
Zo heeft ieder gedicht haar eigen regels,
waar het zich aan te houden heeft.
Echter, bij nader inzien blijken het geen vlekken,
geen kringen, maar een opzettelijk ontworpen patroon
dat zich herhaalt, kunstig en keurig in stof geweven,
letterlijk uitgeschreven.
Nu lijkt het er verdacht veel op
dat de dichter dit heeft gedaan,
maar de dichter is zelf een gedicht,
een verdichtsel en bestaat louter uit
deze regels die zichzelf overtreden.