Tastzin

Mensen klagen wel eens over fantoompijn.
Een verdwenen ledemaat dat jaren later nog van zich laat voelen, alsof het er nog altijd is…als levend gemis. Sommigen gebruiken het begrip ook voor een overleden huisdier of medemens.
Ook voor het ballingschap waarbij men zich geamputeerd voelt van zijn vaderland, afgesneden van zijn moedertaal hoorde ik al mensen klagen over fantoompijn. Het begrip verruimt zich.
Het wonder van haptonomie is het zich voelend verbinden en het zich uitbreiden in een ander lichaam of in een ‘dood’ object. Denk aan de kapitein die zich in zijn schip uitbreidt of de musicus die zich in zijn instrument verlengt. Het is de sensatie van eenwording en bezieling die je met recht fantoomgeluk zou kunnen noemen. Lichaam en geest breiden zich uit zodra het zich met hart en ziel uitbreidt in iets ‘schijnbaar‘ anders.
Bewonderen brengt dezelfde kwaliteit van verbinding en uitbreiding met zich mee. Men voelt zich groter, ruimer, vrijer. Met begrijpen heeft dit niets te maken. Je kunt immers heel goed iets bewonderen juist als je er niets van begrijpt. En als je kunt erkennen dat je zelfs van jezelf niets begrijpt en kunt verwonderen en bewonderen blijkt fantoomgeluk je eerste natuur. Een spookachtige kwaliteit, geestige essentie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *