Toegang en verbod

Je mag naar binnen onder de strikte voorwaarde, dat je het verbod naleeft.
De open inrichting van de samenleving is dan vrij toegankelijk.
Gedraag je en je mag binnen blijven.
Zo niet, dan wordt je buitengesloten binnen een gesloten inrichting waar nog veel meer verboden heersen.

Verboden beogen het menselijk verkeer te reguleren.
Het verbod is afgestemd op de zwakste schakel.
De meeste mensen zullen hun medemens niet naar het leven staan.
De uitzondering met talent voor ontsporen, moet de hete adem van de wet in zijn nek voelen.
Dat is het idee.
Als aansporing om zich te beheersen.
Werkt het?
Kennelijk niet.

Verleiden en meelokken werkt beter dan verbieden.
Een overtreding van het verbod bevestigt de regel.
Zelfs als iedereen het verbod overtreedt.

Iedereen kan een keer in de fout gaan.
Men denkt meestal van zichzelf niet tot de zwakste schakels te behoren.
“Het verbod geldt niet voor mij; als niemand kijkt, bestaan er geen regels meer.”

In een winkel waar veel gestolen werd hing de eigenaar een pictogram van een oog op.
Dat was genoeg om de gewoonte van diefstal te doorbreken.
Ook al was het alziende oog blind, het werkte als geestesoog voor de dieven.

Zijn wij dieven van onszelf als wij het geestesoog niet stelen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *