Tong

De koop werd bij de notaris beklonken met een Beerenburger.
Als een hond bepiste de randstedeling de vier hoeken van het nieuwe perceel. Het statige notarispand was nu van hem. De oude notaris was uitgekocht. Plaatselijken stonden hier van nature vijandig tegenover het importvolk. Het wonderlijke was dat hij het vlaggen niet in het verborgene deed maar op klaarlichte dag. Zijn buren hadden het allemaal kunnen volgen vanachter hun keukenramen met vale vitrage. Hij deed het erom, zo vertrouwde hij mij later toe. ‘Ze moeten de baas niet alleen ruiken, maar ze moeten ook zien wie ze ruiken’ Ik zag in wat hij bedoelde en knikte instemmend.
“Als niet Fries moet je wel een daad stellen, anders rijgen ze je hier aan de riek” Zijn Thaise vrouw Tong zou wel even moeten wennen aan de Friese volksaard. Maar let op mijn woorden zei hij bezwerend:”Over een jaar vreten ze allemaal Thaïs!” De bijkeuken zou haar restaurant worden, niet te pittig.

Tong liep bij hem weg. Ze dook onder bij landgenoten in de randstad. Hij kon het niet vinden daar, weigerde koppig te vertrekken, als een ‘echte’ Fries.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *