De dood is trouw…aanhankelijk als een jonge hond.
Ze koos jou uit het bastaardnest, liep blindelings op je af.
Sindsdien volgt ze je op de voet, als een schaduw in draf.
Aan de lijn loopt ze niet, de dood loopt los en snuffelt…
aan elke mijlpaal of boomstam die je tegen kwam.
Na elke levenswandel gaat ze liggen in je schoot.
Bij het geringste gerucht spitst de dood haar oren.
Nooit blaft ze, maakt geen slapende doden wakker.
Al kwispelend kam je het dode haar uit haar vacht.
Liefst slaapt ze veilig geborgen onder jouw nog warme huid.
Ooit was de dood een wolf, maar nu is ze je dierbaar,
dienstbaar aan het mensachtige, een diep vervulde wens.
De dood verstopt straks jouw botjes zorgvuldig in bestaansgrond
om ze later in ‘t geheim op te graven en toegewijd af te kluiven.