ruitenwissers zwaaien passief alles gedag
doofstomme dingen gebaren zo naïef
het klerenhangertje dat nog even
naschommelt aan de kapstok
er dagelijks wonderwel in slagen
om doodgewoon banaal te lijken
in gestolde gedachtevormen
vermomd als het oude normaal
‘n rubberlaars die tot de rand
vol water staat, past de juiste maat
halsstarrige gewoontedingen
om maar plaats in te nemen
te zwijgblijven waar ze zijn
elk precies hier vastgeplekt
‘n handzeepje dat handmatig
geleidelijk wegkwijnt in geglibber
nietswillig & nalaatzaam
nooit uit zichzelf te bewegen
handelingsonbekwaam
zelfs geen zuchtje te ademen
‘n aangebrande overwant die nog
wat nasmeult met ‘n pluimpje rook
bewonder hun trage retro-evolutie
van duurzaam & moeiteloos eroderen
sereen af te bladderen & verkleuren
zonder werkzaam leven te pensioneren
‘n scheerkwast die een spoor van haren
verliest op ‘n ongeschoren wang
schijnbaar zo hard & gewichtig
maar onderhuids zwak & lichtzinnig,
frivool als gas valt het materiemoe
vrolijk uit één tot vers ruimtekruim