Niet-menselijke dieren
spreken zoals gebekt
verstaan elkaars geluid
Niet-menselijke dieren
spreken zoals gebekt
verstaan elkaars geluid
of het nu kraait of blaat
zolang de voorraad strekt
kwinkeleren geknor gefluit
gepiep gekukel gekakel
dieren zijn zo opgewekt
zolang het klinkt en zingt
tjirpt, wat maakt het uit
soms zingen ze in koor
als ‘n hele vlucht vertrekt
Hun voertaal is puur oraal
het tjilpt loeit en zoemt
ze komen gonzend op verhaal
met gemiauw gehuil gejank
geblaat geburl gehinnik
in één zinnige samenklank
van gebalk getok gekwaak
gemekker gebries gebrul
gekrijs gekras gesnater
één bonte samenspraak
de enige uitzondering is
vanzelfsprekend: de vis
die met wijd open mond-
vol stille verwondering
ziet wat zo al te beleven is