Wensenberger

Wensen zijn bergbeklimmers…ik kan daar als berggems over meepraten…
Er verongelukken er nogal wat onderweg. Wensen die sneuvelen op weg naar de top.
Ik berg hun onstoffelijke overschotten, mooie, dooie herinneringen voor de dromers in het dal. Hoe ik ze berg?
Hun ijle staat slaat neer op het korstmos, zo berg ik ze in mijn ingewand.
Wensen worden vaak onvoorbereid, ongeoefend tegen de steile bergwanden opgestuurd, zonder proviand.
Die dromers in het dal zijn risicoloos roekeloos, hun dierbaarste wensen moeten het met de dood bekopen.
‘Kijk maar hoe die gemsen zich redden, zonder bagage’ , moedigen de dalblijvers aan.
In werkelijkheid streven wij berggemsen nooit naar één of andere onvruchtbare top.
Wij blijven halverwege rondhangen, daar waar nog iets eetbaars groeit, net boven de boomgrens. Het is een wonder dat een enkele wens nog wel eens de top bereikt.

Toppen worden schromelijk overschat.
Wij gemsen hebben het beste van beide werelden, het middengebied.
Velen zullen de top roemen vanwege het uitzicht.
Maar welk uitzicht dan ook het overtreft nooit het inzicht van de gems, die rotsvast op het gezicht van de bergwand staat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *