Wit

Er ligt een dik pak sneeuw in de geest. Elk woord klinkt verstild onder deze witte deken. De denkbeeldige dingen zijn door wit omvat, in maagdelijke onschuld verpakt. Het vuil is witgewassen, schoon. Wonderlijk dat deze sneeuw nooit kan smelten, ze is immers denkbeeldig. Zo kan ook leegte niet verdwijnen.
Winter van de ziel. Permafrost van de geest.

Is de leegte dan ook denkbeeldig?
Natuurlijk, het woord leegte is ook een concept.
Echte leegte is geen concept, geen woord , geen beeld.

Maar onder die denkbeeldige sneeuw ligt toch nog steeds dat vuil?
Inderdaad, denkbeeldige vuil, net zo denkbeeldig als die sneeuw.

Hoe kan elk woord stil klinken, verstild?
Het is maar poëzie hoor, stilte klinkt natuurlijk nergens naar,
Denkbeeldige stilte bestaat niet, dat is slechts herrie in dit gedicht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *