Zuivelvers

Het is buiten gewoon hoogzomerig,
‘t taalvee staat er dromerig en uitgemolken bij
in melkwitte weiden van lege bladzijden

er valt uit deze zuivelachtige witruimte
geen drinkbaar vers meer te karnen,
als poëzieboer smeek je bijna om erbarmen

van je muze die halsstarrig verzuimt te
begeesteren middels lyrische inblazingen
je laat je willoos gelaten overmeesteren

door de jammerlijke helaasheid der dingen
zoals Japanners het noemen ‘mono no aware’
‘t waarom laat zich spijtig genoeg niet te verklaren

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *