Zuur

‘Daar komt weer een schip zure appelen!’ ,wees mijn vader naar de massief staalblauwgrijze hemelwand die op ons af stevende. Ik keek met ontzag naar dat enorme regenschip, zo groot dat ik de omvang van het gevaarte niet kon afbakenen.
Mijn vader had een plastic gebloemd tafelzeiltje meegenomen om onder te schuilen
Ieder hielden we twee punten vast in afwachting van een verpletterende stortbui…
die niet losbarstte. Het werd wel schemerdonker, maar het schip dreef geruisloos over ons kleurige tafelzeiltje. Hij pelde een oud mandarijntje onder het zeiltje, gaf mij de helft, we genoten. ‘Alsof er een engeltje over je tong piest!’ ,zei hij terwijl het geleidelijk aan weer lichter werd. We hadden de boot gemist.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *