Na de rimpelloze vijver van de nacht
wacht Zwaaistaart onder aan de trap,
haar bontvaandel zwiept stilstaande lucht
wacht Zwaaistaart onder aan de trap,
haar bontvaandel zwiept stilstaande lucht
kwispelwind beroert ‘n nog slapend hart
dat zich in erbarmen wakker klopt
dat zich in erbarmen wakker klopt
het hondse stookt de hartverwarming op
kunnen we een hart vormen met elkaar,
hart tegen hart tot het samen resoneert
en fonteint als Zwaaistaart galoppeert.
hart tegen hart tot het samen resoneert
en fonteint als Zwaaistaart galoppeert.