Zwakracht

Borek Weesk liep door de buim, de voorste bregel was losgewaakt van de vraam. Voorzichtig draaide hij de fantelmok los van de breeg. Die nog was gesmeed door zijn vader, een legering van koper en brons.
Hij moest eerst nog polgeren, het was zijn dagelijkse routine, anders zou de marik ontstaveren. Soms dacht Borek: ‘Waar ben ik in hemelsnaam mee bezig?’
‘Waarom laat ik de hele Chondrije niet gewoonzaam afzuimen? Dat hadden zijn voorvaderen immers ook allemaal gedaan. Zo was de traditie. Maar Borek was uit een ander hout gesneden. Borek zou die traditie doorbreken door togelijk te volharden. Zijn voortzettingsvermogen zou hem niet in dank worden afgenomen. De familie zou hem als zwak schaap van de kudde af laten drijven.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *