Oude Langoor,
je valt steeds vaker verdoofd
ten prooi aan hazenslaapjes
ten prooi aan hazenslaapjes
ten prooi aan de jager die
van wakker zijn berooft
van wakker zijn berooft
zo langzaam lijk je, steeds
meer het befaamde haasje
je leger groeit steeds leger
naarmate eigen vlees verteert
tot er slechts ‘n warme holte
resteert van vergeelde halmen
met dit laatste hoopje sprank
wens je barmzacht te sneven
elk euvel duiden gaat hier mank
we laten het leven vrij en frank